De Wet DBA

De Wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties, kortweg Wet DBA, werd op 1 mei 2016 ingevoerd als vervanging van de Verklaring Arbeidsrelatie (VAR). Deze wet had als doel om de arbeidsrelatie tussen opdrachtgevers en zelfstandige opdrachtnemers (zzp’ers) duidelijker te maken en schijnzelfstandigheid tegen te gaan.

VAR

Voor 2016 maakten veel zzp’ers en hun opdrachtgevers gebruik van de verklaring Arbeidsrelatie (VAR).

Dankzij de VAR konden opdrachtgevers ontkomen aan de verplichtingen die gepaard gaan met het hebben van personeel, zoals het betalen van premies voor sociale zekerheid. Dit noemen we schijnzelfstandigheid: de opdrachtnemer werkt als een werknemer, maar zonder de rechten en plichten die bij een echte arbeidsovereenkomst horen.

Met een VAR konden zelfstandigen aan de Belastingdienst laten zien dat ze niet als werknemer gezien hoefden te worden. Echter, de Belastingdienst kon achteraf alsnog oordelen dat er sprake was van een dienstverband, ondanks dat er een VAR was afgegeven. Dit leidde tot onzekerheid voor beide partijen en kon resulteren in naheffingen en boetes. De behoefte aan meer duidelijkheid over de arbeidsrelatie groeide, wat leidde tot de invoering van de Wet DBA in 2016.

DBA

Met de Wet DBA ligt de verantwoordelijkheid nu bij beide partijen om hun arbeidsrelatie vast te leggen. Dit gebeurt door middel van modelovereenkomsten.

Een modelovereenkomst is een document dat door de Belastingdienst is goedgekeurd en waarin staat dat de opdrachtnemer daadwerkelijk als zelfstandige werkt en niet als werknemer. Opdrachtgevers en opdrachtnemers kunnen één van de modelovereenkomsten kiezen die past bij hun samenwerking. Door deze overeenkomst te gebruiken wordt schijnzelfstandigheid voorkomen en hebben beide partijen meer zekerheid over hun fiscale en juridische positie.

Samengevat zijn de doelstellingen van de Wet DBA:

  • Het voorkomen van schijnzelfstandigheid.
  • Meer duidelijkheid bieden over de arbeidsrelatie.
  • Opdrachtgevers en zelfstandigen gezamenlijk verantwoordelijk maken voor het vastleggen van de aard van de samenwerking.

Opheffing handhavingsmoratorium per 1 januari 2025

Om de balans in het werken met en als zelfstandige te herstellen heeft het kabinet besloten om

met ingang van 1 januari 2025 het handhavingsmoratorium op te heffen. In de praktijk betekent het opheffen van het handhavingsmoratorium dat de Belastingdienst tijdens controles naheffingen kan opleggen als er binnen een organisatie sprake is van schijnzelfstandigheid. Wanneer een bedrijf of organisatie niet aan de regels voldoet kan een naheffing tot maximaal 5 jaar terug worden opgelegd. De Belastingdienst kan alleen met terugwerkende kracht corrigeren tot 1 januari 2025, de datum van de opheffing.

Heeft u vragen over arbeidsrelaties, aarzel dan niet en neem contact met ons op. We helpen u graag.