Bij iedereen is bekend dat asbest een gevaarlijke stof is. Blootstelling aan asbest kan leiden tot kanker. Er zit vaak een lange tijd tussen de periode dat iemand asbest inademt en het moment dat hij kanker krijgt. Het kan dertig tot zestig jaar duren voordat de kanker zichtbaar wordt. Of iemand ziek wordt, hangt vooral af van het soort asbest, hoe vaak en met hoeveel vezels iemand in contact is geweest. De mogelijke gevolgen zijn altijd ernstig, daardoor gelden er strenge regels voor het werken met asbest.
Het huidige asbeststelsel is toe aan vernieuwing. De ministerraad is akkoord gegaan met de voorgestelde wijzigingen en deze zullen naar verwachting medio 2023 ingaan. Het doel van de wijziging is om nog beter de risico’s van het werken met asbest in kaart te brengen en beroepsziekten te voorkomen. De wijzigingen hebben gevolgen voor alle bedrijven die werken aan of met asbest. Hieronder worden niet alleen de asbestinventarisatie- en asbestverwijderingsbedrijven verstaan, maar ook de eigenaren van vastgoed waar asbest in zit. Het uitgangspunt voor het verwijderen van alle toepassingen van asbest blijft in principe wel hetzelfde, namelijk dat de inventarisatie wordt uitgevoerd door een gecertificeerd inventarisatiebedrijf.
De overheid gaat over op risicogestuurde regelgeving. Dit houdt in dat de beheersmaatregelen beter moeten worden afgestemd op de risico’s. Er wordt dus nadruk gelegd op hoe groot de risico’s zijn. Bepaalde typen asbest of typen asbestsaneringen zijn namelijk risicovoller dan anderen, omdat er bij het verwijderen meer asbestvezels kunnen vrijkomen. Hierdoor heeft de nieuwe wetgeving onderscheid gemaakt tussen de zogenoemde A- en B-toepassingen van asbest. Bij B-toepassingen is de kans op blootstelling aan asbestvezels bij sanering hoog.
A- en B-toepassingen en certificatieplicht
Het onderscheid van de soorten toepassingen zal voornamelijk betrekking hebben op de certificatieplicht. De werkzaamheden aan minder risicovolle asbesttoepassingen, de A-toepassingen, mogen straks ook door niet gecertificeerde bedrijven worden uitgevoerd. Desondanks mag dit werk niet zomaar door iedereen worden uitgevoerd. De werknemers, die de saneringswerkzaamheden uitvoeren, moeten wel beschikken over de juiste competenties zoals zijn vastgelegd in het Arbeidsomstandighedenbesluit.
Zoals eerder genoemd is de kans op blootstelling aan asbestvezels hoog bij sanering van de B-toepassingen. Hierdoor zal er een certificatieplicht gelden voor het verwijderen van de B-toepassingen. De belangrijkste wijziging van de asbestregelgeving heeft dan ook met name betrekking op de certificatieplicht die geldt voor het verwijderen van asbesttoepassingen welke vallen onder de B-toepassingen. De wet beschrijft alleen de B-toepassingen, deze zijn:
- Asbesthoudende lijm;
- Asbestcementtoepassingen binnen (behalve de losliggende- of geklemde toepassingen);
- Asbestcement dakbedekkingen;
- Sterk verweerd asbestcement buiten;
- De meeste geweven of geperste toepassingen (maar bijv. niet meszekeringen of pakkingen in procesinstallaties);
- Licht-gebonden en niet-gebonden asbesttoepassingen, zoals asbestboard, -karton, spuitasbest en isolatiemateriaal.
Risicoklasse
In de vernieuwde regelgeving zal de risicoklasse-indeling blijven bestaan. Deze blijven bepalend voor welke maatregelen er bij de sanering ingezet moeten gaan worden. Hierbij is het dus goed mogelijk dat specifieke werkzaamheden vallen onder de plicht tot gecertificeerd verwijderen, ook al betreft het een risicoklasse 1 sanering. Andersom zou het ook mogelijk kunnen zijn, dat onder bepaalde omstandigheden de eisen van een risicoklasse 2 gelden bij verwijdering van asbesttoepassing waarvoor de certificatieplicht niet geldt.
Vrijgave
Ook de eindbeoordeling, die na afloop van de asbestverwijdering moet worden uitgevoerd door een onafhankelijke instelling, wordt meer risicogericht ingezet. Er zullen meer eindbeoordelingen worden gedaan, maar dit zal vaak gaan om een visuele eindbeoordeling. Luchtmetingen zijn niet altijd meer noodzakelijk. Er zal in de Arboregeling een directe verwijzing komen naar de NEN 2990, waarin staat omschreven hoe de vrijgave zal moeten worden uitgevoerd. Ook zullen de certificatieschema’s (voor bedrijven en personen) en het LAVS worden aangepast om zo aan te sluiten op de nieuwe regelgeving.
Impact op andere regelgeving
Er staan voorschriften voor het verwijderen van asbest in het Asbestverwijderingsbesluit 2005 en het bouwbesluit/besluit bouwwerken leefomgeving. Het wijzigen van de arboregelgeving zal daarom ook gevolgen hebben op deze besluiten. Deze zullen tegelijkertijd worden aangepast zodat de regelgeving op elkaar blijft aansluiten.
Wilt u meer weten over asbest? Onze adviseurs helpen u graag.
Recente reacties